Tip 1. Bespreek je zorgen direct
Wacht niet tot je zeker weet dat er iets aan de hand is, maar leg kleine én grote zorgen direct aan de ouders voor. Misschien kunnen zij je zorgen meteen wegnemen. Bijvoorbeeld doordat zij uitleggen dat die grote blauwe plek op Lottes rug is ontstaan door een rare val met haar fietsje, of dat Mick zo stil en verdrietig is omdat zij oma heel ziek is.
Hoe langer je wacht met het bespreken van je zorgen, hoe groter de kans is dat ouders het gevoel krijgen dat je niet eerlijk bent. Als je ook kleine zorgen met hen deelt, is het voor hen makkelijker met jou te praten over grotere zorgen.
Tip 2. Oordeel niet
Leg je zorgen zonder oordeel voor. Dus niet: ‘Marie stinkt’, maar: ‘Het valt me op dat Marie naar urine ruikt.’ En benoem wat je gezien of gehoord hebt en waarom je dat opvallend vindt. Bijvoorbeeld: ‘Het valt me op dat Bas de afgelopen weken vaak moe is. Hij valt in slaap tijdens het spelen. Vandaag gebeurde dat ook.’
Beschuldig ouders niet: je praat niet over een vermoeden van kindermishandeling of iets dat ouders niet goed doen. Je vertelt ouders dat je iets gezien of gehoord hebt dat je opvallend vindt. Bijvoorbeeld dat Jim zich opeens veel drukker gedraagt dan eerder of dat Lisa je nooit aankijkt.
Tip 3. Wees nieuwsgierig
Wees nieuwsgierig naar wat ouders te zeggen hebben. Vraag hen wat zij vinden van de zorgen die jij hebt, van het gesprek en hoe hun kind thuis is. Bedenk niet alvast wat zij zullen gaan zeggen, vul niet in, maar sta open voor hun antwoord. Dat helpt hen te vertellen wat zij echt denken. Worden je zorgen door hun reactie groter? Overleg dan met je leidinggevende of de aandachtsfunctionaris.
Tip 4. Weet wat je wilt bereiken
Het is belangrijk dat je weet wat het doel is van het gesprek. Iets kleins of iets wat onschuldig lijkt, kun je kort met de ouders bespreken op het moment dat zij hun kind ophalen.
Denk je dat er meer aan de hand is of heb je al vaker kleine dingen met hen besproken, maak dan een afspraak voor een later moment. Bedenk dan ook of je dat gesprek alleen wilt voeren of misschien samen met de leidinggevende of de aandachtsfunctionaris. Vertel dat dan ook aan de ouders.
Tip 5: Luister actief
Actief luisteren betekent: doorvragen en samenvatten. Laat zien dat je aandachtig luistert. Herhaal de belangrijkste dingen die de ouder heeft verteld. Geef ruimte aan emoties die soms hoog oplopen: boosheid, verdriet of onbegrip.
Tip 6. Bouw het gesprek op
In Nederland zijn wij gewend met de deur in huis te vallen: beter meteen zeggen waar het op staat dan om de hete brij heen draaien. Dat kan, maar bouw het gesprek wel zorgvuldig op. Laat ouders eerst weten dat je het fijn vindt dat ze er zijn en vertel waarom je een gesprek met hen wilde. Daarna kun je kort en zonder oordeel zeggen wat je is opgevallen aan hun kind en dat je je daar zorgen over maakt.
Tip 7. Zoek samenwerking
De meeste ouders willen het beste voor hun kind. En vinden het daarom fijn dat jij hen vertelt wat je opvalt aan hun kind. Laat ouders daarom weten dat je samen een oplossing wilt zoeken voor mogelijke problemen. En dat je hen vertelt welke stappen je wilt nemen. Doe niets achter hun rug om: dat roept weerstand op en vergroot de kans dat ouders kwaad worden of weglopen. Ook als je wilt overleggen met je leidinggevende, de aandachtsfunctionaris of Veilig Thuis vertel je dat aan ouders. Je zegt dan bijvoorbeeld: ‘Ik vind het moeilijk om alleen met jullie een oplossing te vinden. Daarom wil ik graag overleggen met iemand die daar meer over weet. Vinden jullie dat goed?’
Tip 8. Geef ruimte aan emoties
Het kan zijn dat ouders boos of verdrietig reageren op je zorgen. Dat is heel voorstelbaar: je praat met ouders over hun manier van opvoeden en de zorgen over hun kinderen. Zeker als ouders de zorgen zelf niet herkennen of het gevoel hebben dat zij die zorgen veroorzaken, kunnen de emoties hoog oplopen. Het is belangrijk dat daar ruimte voor is: als iemand mag laten merken hoe hij of zij zich voelt, is de kans groot dat deze emoties sneller zullen zakken.
Tip 9. Beloof geen geheimhouding
Je mag ouders die daarom vragen, geen geheimhouding toezeggen. Als je geheimhouding belooft, kun je in een lastige situatie komen: je wilt hun vertrouwen niet beschamen, maar als zij jou iets vertellen wat ernstig is, moet je actie ondernemen en anderen betrekken om de situatie te veranderen. Je kunt wel beloven dat je niets zult doen, zonder eerst met hen te overleggen.
Tip 10. Maak afspraken
Spreek met elkaar af wat jij gaat doen en wat zij gaan doen om ervoor te zorgen dat het beter gaat met het kind. Leg de afspraken vast in het kinddossier. Vraag ouders af en toe hoe het gaat. Als er geen verbetering is of als er nieuwe zorgen zijn, maak dan een nieuwe afspraak en bespreek wat jullie verder kunnen doen.