Cookie melding
Augeo gaat zeer zorgvuldig om met haar informatie en zal deze gegevens nooit aan derden ter beschikking stellen.
Obesitas bij kinderen is een relatief nieuw, maar groeiend probleem. Na diagnose is doorverwijzen niet eenvoudig. 'Je moet nét de juiste hulpverlener zien te vinden.'
‘Als kinderen met obesitas bij mij op het spreekuur komen, zijn er vaak tranen. Er is sprake van groot verdriet. Kinderen vertellen dat ze worden geplaagd en uitgelachen, en dat ze zich minder voelen. Ook hebben ze vaak al veel mislukte pogingen om af te vallen achter de rug. Het is een groep kwetsbare kinderen, die me echt aan het hart gaat.’ Annelies Brandsma, kinderarts bij het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam,ziet relatief veel kinderen met obesitas. Het ziekenhuis ligt in een stedelijke omgeving, waar kinderen minder mogelijkheden hebben om buiten te spelen, en waar veel gezinnen met een Turkse en Marokkaanse afkomst wonen. Bij deze kinderen komt obesitas vaker voor. Het Maasstad Ziekenhuis heeft al jaren een speciaal multidisciplinair behandelprogramma voor obesitas.
Obesitas is een groeiend maatschappelijk probleem, waarbij de patiënt meer risico loopt op gewrichtsklachten, diabetes, slaapproblemen en hart- en vaatziekten. De aandoening kan door veel verschillende factoren veroorzaakt worden. ‘Kinderen kunnen een ziekte hebben die zorgt voor een ander hongergevoel of verbranding’, zegt Brandsma. ‘Ook komt de ene persoon sneller aan dan de ander.’ Bernice Samson, jeugdarts bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond, vult aan: ‘Er kunnen allerlei redenen zijn waarom het kind te dik is. In sommige culturen heeft het status om mollig te zijn. Het kan zijn dat ouders snoep geven als zoethoudertje of dat ze geen nee durven te zeggen. Dan heb je te maken met een opvoedkundig probleem.’
Als de oorzaken vooral medisch van aard zijn, is de kinderarts aan zet. ‘Maar als je gedragsverandering wilt bewerkstelligen, is dat geen echte taak voor het ziekenhuis’, zegt Brandsma. ‘Als arts wil je het liefst verwijzen naar een instantie in de directe leefomgeving van het kind. Dat kan het wijkteam zijn, een beweegprogramma, diëtiek, een psycholoog of systeemtherapeut.
Er zijn inmiddels veel lokale initiatieven, maar je moet maar net de juiste hulpverlener weten te vinden. De duidelijke structuur die voor bijvoorbeeld diabetes wél bestaat, is er nog niet voor obesitas. Het zou goed zijn als er per regio een coördinator komt die de lokale hulpverlening voor obesitas kent, waardoor ik gemakkelijker kan verwijzen. Bijvoorbeeld iemand van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG).’ Daarbij verloopt de doorverwijzing naar wijkteams nog niet altijd goed.
‘Als een wijkteam een complexe casus heeft waarbij huiselijk geweld speelt, vinden hulpverleners het vaak makkelijker om aan concrete zaken als huisvesting en schulden te werken, dan aan gedrags- en psychische problemen’, vertelt Cocky Ruitenberg, beleidsadviseur bij het expertiseteam dat bij complexe cases wijkteams in Rotterdam bijstaat. ‘Dan kun je je voorstellen dat ze het heel lastig vinden om ook te moeten letten op wat kinderen eten.’ Over het algemeen blijven wijkteams liever weg bij medische zaken. Wanneer verwijzingen van artsen voor een kind met obesitas dan ook nog veel medische termen bevatten, wordt het nog lastiger voor wijkteams om actie te ondernemen. Ruitenberg: ‘Het zou daarom handig zijn als het medische verhaal wordt omgezet in een praktische verhandeling, waarbij het duidelijk is aan welk dieet een kind zich moet houden.’
‘ Ik hoor wel eens: het kost veel tijd, want we moeten een kind echt volgen en begeleiden, maar daar hebben we de menskracht niet voor.’
Kinderarts Brandsma pleit voor de komst van een speciale casemanager obesitas. ‘Want nu is het maar net, ook bij het CJG, of ik een persoon tref die zich echt betrokken voelt bij obesitas. Er zijn medewerkers die het ontzettend goed oppakken. Maar ik hoor ook wel eens: het kost veel tijd, want we moeten een kind volgen en begeleiden, maar daar hebben we de menskracht niet voor.’
Daarnaast speelt er onder hulp- en zorgverleners een discussie over de beste benadering van obesitas. Enerzijds is alertheid op mogelijke verwaarlozing belangrijk, anderzijds is er een angst voor stigmatisering. ‘Vaak komt obesitas bij kinderen voort uit onmacht en onwetendheid bij ouders om het goede te doen’, zegt kinderarts Brandsma. ‘Ik zie veel mensen die wanhopig zijn en enorm tobben, omdat ze ongelukkige kinderen hebben die gepest worden en zich onzeker voelen. Het belangrijkste is: hoe kunnen we als maatschappij deze kwetsbare groep ondersteunen?’
De Centra voor Jeugd en Gezin hebben samen met de ouder- en kindteams een spilfunctie. Zij staan in con-tact met ouders, scholen, jongerenwerk, wijkteams en ziekenhuizen. Deze JGZ-organisaties volgen nauwgezet de ontwikkeling en groei van kinderen. Het gewicht wordt goed in de gaten gehouden. Jeugdarts Samson: ‘Als een tweejarige overgewicht heeft en ook de ouders fors zijn, geef ik extra uitleg over het belang van goede voeding en bewegen. Wanneer het kind echt te dik wordt, maken we samen met de ouders een plan. Veel ouders zijn gemotiveerd. Als bij de volgende afspraak drie maanden later blijkt dat het kind weer dikker is geworden, zal ik nieuwe adviezen geven en het kind bijvoorbeeld naar een diëtist verwijzen. Maar als de ouders dat niet willen, en het kind loopt steeds meer uit pas, komt de veiligheid van het kind in gevaar. Het is een proces. Als er mogelijk sprake is van verwaarlozing, starten we de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling op. Met collega’s van andere instellingen kijken we wat er bij dat gezin aan de hand kan zijn.’
Net als de meeste vormen van verwaarlozing is er van opzet bij de ouders meestal geen sprake. Obesitas komt veel voor bij multiproblem-gezinnen waar ook huiselijk geweld voorkomt, armoede en waar gezond eten geen prioriteit krijgt. ‘Als er sprake is van multiproblem gezinnen en er een gezinscoach nodig is, verwijzen we naar de sociale wijkteams voor gezinsbegeleiding’, zegt Samson. ‘Lichte opvoedondersteuning kunnen we zelf.’
‘Obesitas bij kinderen is een relatief nieuw probleem’, zegt Ruitenberg. ‘Ik zie een groeiende bewustwording dat obesitas eventueel een signaal van verwaarlozing kan zijn. Maar er zijn ook hulpverleners die bij een gezin met meerdere obese kinderen zeggen: je kunt het niet maken om hiervoor de kinderbescherming erbij te halen, het moet niet gekker worden. Tegelijkertijd wil ik waken voor een extra stigma. Hoe meer je het veroordelende eraf haalt, hoe meer kans je hebt om het probleem aan te pakken.’
Jeugdarts Samson benadrukt het belang van betere samenwerking tussen instanties als de jeugdgezondheidszorg, wijkteams en kinderarts. ‘We praten nog teveel langs elkaar heen in plaats van met elkaar. Als je met elkaar in overleg gaat en als instanties op één lijn zit, kun je efficiënte zorg aan een gezin bieden. Dan kunnen we voorkomen dat obesitas een groter probleem wordt.’
In Amsterdam krijgen kinderen met zeer ernstig overgewicht standaard een eigen zorgverlener; een jeugdverpleegkundige van het ouder- en kindteam, die hen langdurig in de gaten houdt. Ook is er begeleid bewegen, weerbaarheidstraining en opvoed- ondersteuning voor ouders. Het percentage kinderen met overgewicht daalde tussen 2012 en 2015 van 21% naar 18,5%.
www.amsterdam.nl > zo blijven wij gezond
Het magazine is voor niet-leden 2 euro per stuk. Neem contact met ons op
Het online tijdschrift over veilig opgroeien. Meld je aan en ontvang deze minimaal 5x per jaar.
InschrijvenAugeo gaat zeer zorgvuldig om met haar informatie en zal deze gegevens nooit aan derden ter beschikking stellen.
Augeo gebruikt cookies om o.a. de website te verbeteren en video's van Youtube te laten zien.
Meer weten? Lees onze privacy en gebruikersvoorwaarden.
Op dit niveau functioneert de website optimaal. We versturen gegevens naar externe partijen zoals Google Analytics en YouTube om je website ervaring te verbeteren. We slaan hierbij geen persoonsgegevens op.
Er worden alleen cookies geladen die noodzakelijk zijn om de website te laden en we versturen geanonimiseerde data naar Analytics om onze website te verbeteren.
Op dit niveau worden alleen de essentiële cookies geladen. We sturen alleen geanonimiseerde basisinformatie naar Analytics. Externe diensten zoals YouTube, Vimeo en Maps functioneren niet.