Onderbuikgevoelens moet je serieus nemen. Maar een ‘gevoel’ is geen feit. Hoe ga je hier dan mee om? Hoe scheid je feiten van meningen en wat kun je doen als meningen verschillen?

4 tips om als professional feiten en meningen te onderscheiden

1. Wees concreet en feitelijk

Feiten zijn belangrijk in het signaleren en handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Feiten kun je controleren, zijn concreet en niet te weerleggen. Zowel in de gesprekken met betrokkenen als in je dossiervoering maak je gebruik van relevante en objectieve informatie die je op een concrete manier en zonder oordeel presenteert.

Een objectieve beschrijving is een exacte omschrijving van wat je waarneemt. En als dat van toepassing is met een letterlijk citaat van wat iemand zegt of doet. Bijvoorbeeld: ‘Teun laat zich negatief uit over zijn oudere broer (“Hij slaat mij als ik in de weg sta en hij noemt mij ‘sukkel’ in plaats van Teun klaagt over zijn broer en heeft een hekel aan hem”)’. Op een feitelijke, objectieve beschrijving kan je wel een eigen (subjectieve) interpretatie laten volgen. Bijvoorbeeld: ‘Ik maak me daar zorgen over’. Houd je daarbij aan de volgende regel: Geef eerst een objectieve beschrijving van wat je ziet en pas daarna een subjectieve bevinding.

Meer informatie over objectief signaleren vind je onder thema 3 van Wijzer met de meldcode.

2. Neem je (onderbuik)gevoel serieus

Met feiten alleen kom je er niet in de aanpak van huiselijk geweld. Alleen al omdat het signaleren van huiselijk geweld meestal begint met het gevoel ‘dat er iets niet helemaal klopt’ – het zogenoemde onderbuik- of niet-pluisgevoel. Het is belangrijk dat gevoel serieus te nemen, in alle volgende stappen.

Ga na waar dat gevoel vandaan komt en probeer er woorden aan te geven. Wat gebeurt er in je lijf? En in je hoofd? Daarvoor moet je jezelf goed kennen, in staat zijn je gevoel serieus te nemen en dit te gebruiken in je contact met betrokkenen. Alleen dan kan je een gesprek van mens tot mens voeren met je cliënt / de ouders.

‘Professionals zijn teveel in hun hoofd bezig, omdat ze een crisis willen oplossen. Ze durven niet goed naar hun gevoel te luisteren. Je moet jezelf goed kennen om je onderbuikgevoel te kunnen gebruiken.’
Ervaringsdeskundige

‘Realiseer je dat je je eigen kompas bent – trainingen helpen hoor, maar daarmee ga je wel in je hoofd zitten. En weg van je gevoel. Ik pleit dus voor zelfkennis bij elke professional en het lef om naar je hart te luisteren want dat klopt altijd.’
Ervaringsdeskundige

Belangrijk is dat je in het contact met betrokkenen niet veroordelend bent, maar juist nieuwsgierig naar de visie van de ander. Ook is het belangrijk dat je je eigen normen en waarden niet als algemene norm neemt: daarmee ga je niet alleen weg van de feiten, maar sta je ook onvoldoende open voor het verhaal van de ander.

3. Leg alles zorgvuldig vast in het dossier

Het is belangrijk om alle informatie die je verzamelt zorgvuldig vast te leggen in het dossier. Een goede feitelijke verslaglegging van waargenomen signalen, van de gezette stappen en van de resultaten daarvan is een belangrijke basis voor zorgvuldig handelen. Zeker als het gaat om vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling is het belangrijk de gezinsleden daarbij te betrekken, zodat zij weten wat er over hen is opgeschreven en er niets achter hun rug om is geregeld of gezegd.

In de dossiervoering let je er goed op dat je feiten en meningen van elkaar scheidt. Wat je ergens van vindt kan je opnemen, als het maar duidelijk is dat het jouw mening is. Datzelfde geldt voor vermoedens, hypotheses en veronderstellingen: als je die opneemt in het dossier vermeld je er uitdrukkelijk bij om welk type informatie het gaat. Maak ook een vervolgaantekening als deze later wordt bevestigd of ontkracht. Zo hou je het dossier up-to-date en navolgbaar.

Zeker in complexe of minder evidente situaties is het belangrijk om vroegtijdig zoveel mogelijk te registreren. Hoe eerder je ‘kleine’ signalen feitelijk en concreet opschrijft, des te sneller krijg je duidelijkheid over een casus. In het begin kost je dat misschien wat meer tijd, als blijkt dat een vervolg nodig is, heb je je dossier goed op orde en kost het minder tijd om het over te dragen aan bijvoorbeeld Veilig Thuis of de hulpverlening.

Oefen aan de hand van deze video van een huisarts met zorgvuldige dossiervoering: Documenteren in de meldcode.

In de online tool 'In gesprek over meldcode-dilemma's' is een oefening opgenomen over het scheiden van feiten en meningen. Doe deze samen met een collega, de aandachtsfunctionaris of als team.

Een ander voordeel van een volledig en feitelijk dossier is dat je daarmee je handelen kunt verantwoorden. Bovendien draagt goede verslaglegging bij aan de continuïteit van de zorg: een vervanger of opvolger weet precies wat er aan de hand is en wat er gedaan is. Ook heb je er profijt van als je een melding bij Veilig Thuis doet, omdat alle informatie bij elkaar staat.

4. Leer met en van elkaar

Veel professionals vinden het moeilijk om consequent feiten en meningen van elkaar te scheiden, zowel in gesprekken als op papier. Daarom is het belangrijk om dat te blijven oefenen. Doe dat bijvoorbeeld in een werkoverleg en vraag vaker aan een collega: ‘Ik zie dit en dit. Hoe zou jij dat verwoorden?’ Zo kan je elkaar scherp houden en samen trainen hoe je dat met cliënten / ouders kunt bespreken en hoe je dat in het dossier of bijvoorbeeld in het meldingsformulier opschrijft.

‘Dat kan je ook van elkaar leren. Vraag eens aan een collega die dat goed kan: Hoe schrijf jij dat op? Wil je eens met me meekijken?’
Medewerker onderwijs

‘Laat ook je cliënt meekijken, dat dwingt je om feiten en meningen te scheiden – en als check of je je observatie goed hebt opgeschreven. Zodat ook anderen in de keten verder kunnen met jouw rapportage.’
Medewerker jeugdbescherming

Gespreksverslagen:
‘Feit of mening’

Tijdens diverse bijeenkomsten, voorafgaand aan deze campagne, sprak een groep professionals, ervaringsdeskundigen, aandachtsfunctionarissen en Veilig Thuis over oplossingen bij dilemma's die in de praktijk aan de orde kunnen komen.

Gespreksverslag A lezen

Gespreksverslag B lezen