Het vroegtijdig herkennen van risico’s en beginnende problemen in gezinnen kan bijdragen aan het voorkomen van huiselijk geweld. Daarom is het belangrijk voorafgaand aan het volgen van de meldcode in te zetten op vroegsignalering van risico’s en aanpakken van beginnende problemen. Stap 0 zogezegd. Waar moet je dan op letten?

4 tips gebaseerd op praktijkervaringen die helpen bij het voorkomen van huiselijk geweld

1. Zorg dat je beschikt over kennis van risico- én beschermende factoren

Om te kunnen bijdragen aan het voorkomen van huiselijk geweld is het belangrijk dat je weet welke risicofactoren de kans op het ontstaan en in stand houden van huiselijk geweld vergroten. Deze factoren kunnen gedragingen, omstandigheden of kenmerken van gezinsleden zijn. Meestal is sprake van een opeenstapeling van risico’s.

‘Als ouders bij jou komen vanwege financiële problemen dan kijk je ook nog wel naar het effect daarvan op de kinderen, bijvoorbeeld of ze kunnen sporten of mee kunnen op schoolreis. Dus de praktische kanten. Maar je zou ook moeten kijken of er mogelijk andere risico’s zijn. Daar gaat het mis, want dat gebeurt niet.’

De verschillende vormen van huiselijk geweld kennen verschillende risico- en beschermende factoren. Zo is bijvoorbeeld een machtsverschil tussen partner een risicofactor voor partnergeweld en alleenstaand ouderschap voor kindermishandeling. Als je risicofactoren in een gezin signaleert ga dan ook altijd na welke beschermende factoren je zou kunnen inzetten om het risico te verkleinen.

Let op! Risicofactoren zijn factoren waarvan we uit onderzoek weten dat deze de káns op huiselijk geweld vergroten. De aanwezigheid van een dergelijke factor zegt dus niets over het daadwerkelijk voorkomen van huiselijk geweld. Bekende beschermende factoren kunnen tegenwicht bieden tegen de risico’s. Een voorbeeld van zo’n beschermende factoren is een ondersteunend netwerk.

Door in de eerste levensjaren van een kind extra alert te zijn op stressvolle omstandigheden kunnen ergere problemen voorkomen worden. Lees hiervoor het interview met Tessa Roseboom.

2. Wen jezelf aan met cliënten te praten over relaties, opvoeding, verzorging en wat daarin lastig kan zijn

Veel professionals zijn zich ervan bewust dat het praten over de manier waarop gezinsleden met elkaar omgaan een delicaat onderwerp is. Hoe ouders hun kinderen opvoeden, hoe mantelzorgers een familielid verzorgen, hoe partners met elkaar omgaan – dat zijn zeer persoonlijke onderwerpen waar je verschillend over kunt denken. Omdat het zulke persoonlijke onderwerpen zijn, maakt dat de opvoeders en verzorgers kwetsbaar: een opmerking daarover kan al snel als een aanval voelen. En als professional kan je bang zijn het verkeerde te zeggen of je onterecht ergens mee te bemoeien.

‘Het helpt als je al vanaf dag 1 de opvoeding van de baby onderdeel van je werk laat zijn. Dat je daar niet mee wacht tot de achtste dag. Dan kun je makkelijker zorgelijke signalen bespreken als je die oppikt.’
Een kraamverzorgende

Als dat ook voor jou geldt dan kan het helpen jezelf aan te wennen vaker ongedwongen en laagdrempelig de vraag te stellen: Joh, hoe gaat het thuis? Red je het een beetje?

Daarom is het belangrijk om jezelf aan te wennen met gezinsleden het praten over opvoeding, ouderschap, verzorging van een naaste etc. en wat daarin lastig kan zijn. Als je vanaf de start praat met gezinnen over ‘hoe gaat het bij jullie thuis’ verlaagt dat de drempel om ook over lastigheden te praten. Zeker als je daarin oordeelvrij en nieuwsgierig bent.

Ouderschap is ‘a hell of a job’ zegt em. Hoogleraar Herman Baartman. Alleen al die erkenning in je contact met ouders maakt het verschil voor het gesprek dat volgt. Lees het volledige interview.

3. Normaliseer het praten over moeilijkheden

Voor verschillende beroepsgroepen, zoals in de ouderenzorg, paramedici of het onderwijs, geldt dat het niet tot hun dagelijkse werk hoort om met cliënten over problemen of moeilijkheden te praten. In die sectoren spreken professionals wel over koetjes en kalfjes of over de uit te voeren handelingen met cliënten, maar de stap naar het praten over problemen is best groot. Het helpt dan om ook lastige onderwerpen standaard uit te vragen. De boodschap die je gezinsleden daarmee geeft is: Iedereen heeft weleens problemen,elke ouder vindt de opvoeding wel eens lastig, elke mantelzorger groeit de zorg weleens boven het hoofd. En dat is oké.

‘Ik snap de aarzeling van de professional om door te vragen heel goed, maar ik wil van mijn klachten af. Zeker als ik dan vaker bij de fysiotherapeut kom en er een link is met stressklachten thuis dan moet je daarnaar vragen. En dan kan het zijn dat ik als cliënt boos op je wordt, maar dan voel ik me wel gezien.’
Ervaringsdeskundige over een fysiotherapeut die niet naar haar gewelddadige relatie vroeg:

Professionals merken dat zich in het normaliseren van het praten over problemen wel een spanningsveld voordoet. Je wilt immers in kaart brengen hoe de situatie in het gezin is, welke risico’s en beginnende problemen aanwezig zijn. Teveel nadruk op problemen kan de cliënt het gevoel geven dat hij alles in de opvoeding / verzorging fout doet. Maar als je de regie teveel bij de cliënt / ouders laat, bestaat het risico dat problemen en risico’s worden weggewimpeld of gebagatelliseerd. Het is dus belangrijk daar alert op te zijn. Ook belangrijk is het om de tijd te nemen het gesprek te voeren.

‘Als je bang bent te weinig tijd te hebben, neem dan de tijd die je normaal besteedt aan koetjes en kalfjes, benut die tijd en vraag hoe het gaat, heb oprechte belangstelling.’

Ouders hebben steun nodig, van professionals en hun omgeving. In de campagne Ode aan ouders zijn veel tips en ervaringsverhalen te vinden. Ga hiervoor naar Eerste 1000 dagen : Programma Gezonde Generatie.

Mantelzorg, de zorg voor een naast die langdurig ziek is, een beperking heeft of hulpbehoevend is, kan zwaar zijn. Hoewel die zorg voor mantelzorgers vanzelfsprekend kan voelen en zij daardoor niet geneigd zijn hulp te vragen, kan het hen helpen als ze weten dat ondersteuning mogelijk is: Ondersteuning van je gemeente.

4. Praat ook met collega’s over risico’s en beginnende problemen

Verschillende professionals vinden het ook al lastig om met collega’s te praten over risico’s en beginnende problemen in de gezinnen met wie zij werken. Ze aarzelen of ze het wel goed zien, hebben de ervaring dat collega’s hun visie niet delen of het oneens zijn met hun oordeel. Of ze weten niet op welke manier ze het met collega’s kunnen bespreken en met welke vragen zij bij elkaar terecht kennen.

Wen jezelf daarom aan om ook met je collega’s vaker en laagdrempeliger te praten over deze onderwerpen. En roep daarbij de hulp in van de aandachtsfunctionaris binnen je organisatie; hij of zij kan het onderwerp met regelmaat agenderen of manieren vinden om het onderling te bespreken.

Gespreksverslagen: 
‘Huiselijk geweld voorkomen’

Tijdens diverse bijeenkomsten, voorafgaand aan deze campagne, sprak een groep professionals, ervaringsdeskundigen, aandachtsfunctionarissen en Veilig Thuis over oplossingen bij dilemma's die in de praktijk aan de orde kunnen komen.